van les 9: ooievaarssnavel, zwaluwnesten, eidooiers, nieuwsbericht, kuieren, roereieren
van les10: hij grijpt, zij klemmen, ik fladder, zij buigen, ik ga, ik zie
van les11: nacht, momenteel, brandweerman, trein
van les12: drijven, mama vindt, vader pompt, pannenkoeken